Bij Novatec werken ook statushouders. Dit zijn asielzoekers die een tijdelijke verblijfsvergunning hebben. Veel statushouders willen graag werken, maar ze weten niet altijd wat voor werk ze kunnen doen en hoe dat in Nederland gaat. Bij Novatec maken ze in een veilige omgeving kennis met de Nederlandse werkvloer, taal en gewoonten.

Karim Hasanato is werkbegeleider bij Novatec. De hele week begeleidt hij de statushouders die hier werken. Voor dit werk heeft hij ook veel contact met de gemeente Westerkwartier. Binnenkort begint hij met de opleiding om werkcoach bij Novatec te worden.

Werkschoenen verplicht
Acht jaar geleden vluchtte Karim zelf met zijn vrouw en kind uit Syrië. Hij weet hoe belangrijk de taal is als je een leven op wilt bouwen in een ander land. “Op het werk leer je veel sneller een taal dan in de klas of als je thuis blijft. En je leert niet alleen de taal, maar ook de gewoonten en de cultuur. Hoe gaat het in Nederland op de werkvloer? Bij Novatec leer je wat je moet doen als je ziek bent, maar ook dat werkschoenen verplicht zijn en dat het niet de bedoeling is dat je steeds op je telefoon kijkt. Wat zijn de regels, wanneer is er pauze, hoeveel uur werk je op een dag? Dat is allemaal anders dan in bijvoorbeeld Syrië.”

Mixen
De statushouders die meedoen met het traject werken 16 uur per week bij Novatec. Ze zijn verdeeld over de afdelingen Inpak I, II en Food. “Ik zoek vooral naar variatie. Het is goed om de anderstaligen zoveel mogelijk te mixen met de Nederlanders. Het is superhandig dat ik Nederlands en Arabisch spreek. Als mensen niet snappen wat ze moeten doen, doe ik het voor. Ik kan tolk zijn en daardoor is er minder miscommunicatie tussen de werkcoach en medewerkers. En ik leer er zelf ook weer veel van.”

Woordjes oppikken
Werken helpt om een taal te leren. Toch valt het niet altijd mee, weet Karim. “Veel Nederlandse collega’s zijn welwillend. Maar sommigen willen geen contact of zijn moeilijk te verstaan. Andersom moeten veel statushouders wennen aan hoe het in Nederland gaat. Ik probeer de mensen gemotiveerd te houden. Ik geef alle deelnemers een schriftje mee. Dan zeg ik: luister naar wat er gezegd wordt. Pik woordjes op, noteer ze in je schrift. Kijk hoe de mensen hier met elkaar omgaan. En werk gewoon mee, ook al is het werk niet altijd passend. Zo leer je het meest over de taal, de cultuur en het contact met Nederlanders.”

Foto: Karim Hasanato