Als de leerkrachten van De Stapsteen in Leek en Het Anker in Zuidhorn hun werkdag beginnen, hebben Bram en Jakob de koffie al klaar. Ze zorgen dat de vaatwasser aan staat en de was gedaan is. Ze lamineren en kopiëren, verzamelen oud papier en zetten containers aan de weg. Jakob onderhoudt ook het groen rondom de school, bij Bram is dat uitbesteed. Beide mannen zijn het eens: “Het is heel afwisselend werk. En het is vooral leuk vanwege het contact met kinderen, ouders en leerkrachten.”

Groene dienstfiets
Bram is schilder en begon in 1981 bij Buwezo, één van de voorlopers van Novatec. “Ik heb veel gedaan in onderhoud voor De Zijlen, Nienoord, noem maar op. Mooi was het restauratiewerk in de Groninger kerken. Ik had een groene dienstfiets met een kar erachter voor al mijn verfspullen. Begin jaren ´90 ging ik naar Novatec. In 2008 begon ik als één van de eerste conciërges van Novatec op Het Anker. Het bevalt prima, dus ik ben er nog steeds. In het begin was ik snel zenuwachtig, maar nu blijf ik veel rustiger. Ik zeg wat vaker ‘even geduld, ik kom zo!’. Maar het blijft moeilijk. Je wilt toch iedereen van dienst zijn.”

Novapost
Jakob begon in 1992 bij de Zevensprong, een andere voorloper van Novatec. “Ik heb van alles gedaan. Ik werkte op de afdeling Metaal, bij de Kwekerij en ook nog bij Novapost. Daar viel mijn oog op een vacature voor een conciërge. Ik solliciteerde en kreeg de baan. In 2008 kwam ik op De Stapsteen terecht. Hier houden ze rekening met me, er ligt wat minder druk op dan in het vrije bedrijf. Ik heb een baan gehad waar de baas achter me stond om mee te kijken hoe ik de container leegde. Dan klap ik compleet dicht.”

Waardering
Bram en Jakob zijn blij met hun werk. Bram: “Je hebt je dagelijkse bezigheden, er zit structuur in de week.” Jakob: “Je komt onder de mensen, daar moet je anders veel meer moeite voor doen. En we krijgen veel waardering, dat is ook mooi.” Bram: “We zijn echt onderdeel van het team, dat voelt goed.” Jakob knikt: “Mijn vrouw is nog niet zo lang geleden overleden. Toen leefde het team echt met me mee, dat heeft me veel goed gedaan. En ze letten nog steeds op me. Soms nemen ze eten voor me mee. ‘Dan hoef je zelf niet te koken’, zeggen ze dan. Dan voel je je toch minder alleen.”